zondag 27 januari 2008

10 tips voor moeilijk etende kinderen


Don't panic
Velen vragen zich wanhopig af hoe je kunt voorkomen dat er elke dag taferelen ontstaan waarbij de gordijnen maar het beste dicht kunnen. Mét daarbij de vraag hoe je ervoor zorgt dat een niet-willige peuter toch genoeg te eten krijgt.

Wat dat laatste betreft meteen een geruststelling: soms lijkt het wel alsof peuters en kleuters van de wind kunnen leven, zonder zwak of ziek te worden. Dat is normaal. Don't panic, dus.

Aan de andere kant moet je het natuurlijk wel een beetje in de gaten blijven houden, en voorkomen dat er verkeerde gewoonten ontstaan. Er zijn bijvoorbeeld al steeds meer kinderen die het eten helemaal verleerd zijn, en alleen nog maar vloeibaar voedsel tot zich kunnen nemen. Dat is vanzelfsprekend niet het doel waarnaar we streven.

Verschillende tafel-gewoonten
Iedereen die nu dé oplossingen verwacht, moeten we teleurstellen. Elk gezin heeft nu eenmaal zijn eigen tafel-gewoonten.

Het ene gezin hecht eraan dat iedereen tot en met het toetje aan tafel blijft zitten, terwijl in het andere de tafel alleen gebruikt wordt om aan te knutselen (eten doet men dan met een bord op schoot voor de tv).

Iedereen moet dat allemaal natuurlijk zelf weten, zolang de kinderen maar leren hoe het moet. Al was het alleen maar om ze geen plee-figuur te laten slaan als ze eens een keer ergens te eten worden gevraagd.

Tips
Maar natuurlijk hebben we wel tips. Geen gouden regels, maar wel suggesties voor een aangename tijd aan tafel.

1. Betrek de kinderen bij het voorbereiden van de maaltijd
Kinderen kunnen goed mee-denken over wat ze willen eten. Laat ze bijvoorbeeld het toetje bedenken. Vraag wat er nog meer in de soep zou kunnen. Maar ook: praat over wat eetbaar is en wat niet. Wat dieren eten en mensen niet en waarom.

Ook zijn ze meestal geïnteresseerd in de bereiding van het eten. Probeer ze zo veel mogelijk te laten helpen (ook jongetjes!). Van het vullen van de bak met water waarin je de groente wast, tot het dekken van de tafel.

Als ze groter worden, zullen ze steeds meer willen doen. Van het roeren in een hete pan en het schillen van de aardappels, tot het versieren van schotels en borden.

2. Geef vooraf stukjes rauwe groente
Veel kinderen vinden gekookte groente niet lekker. Dat is ze niet kwalijk te nemen, want zeg nu zelf: u staat toch ook niet te watertanden bij papperige bloemkool, zompige worteltjes en draderige boontjes?

Veel groentes kunnen rauw gegeten worden en kinderen vinden dat vaak een stuk lekkerder. Geef dus als u staat te koken zo nu en dan een stukje rauwe groente om te knabbelen. Zo hebben ze al heel wat binnen voordat ze aan tafel gaan en hoeft u zich geen zorgen meer te maken over de nodige vitaminen.

3. Eet samen met de kinderen
Kinderen doen na wat ze zien. Als de ouders samen eten met de kinderen in plaats van apart, leren ze van uw gedrag. Tenzij u zelf beroerde tafelmanieren heeft, zal uw kind dus een goed voorbeeld krijgen.

Wat daar ook bijhoort, is dat je met regelmaat aan elkaar vertelt hoe lekker het eten is, en dat degene die het heeft klaargemaakt een complimentje verdient. Als ze dan eens ergens anders eten, zult u versteld staan van hoe goed ze het eigenlijk al blijken te kunnen.

4. Geef diepe borden en handzaam bestek
Het is voor de kleine kinder-handen en hun gebrekkige motoriek heel erg moeilijk om netjes te eten. Toch moeten ze dat leren. Het is dan wel belangrijk dat het niet altijd alleen maar fout gaat. Een driejarige die zijn best doet, maar bij wie het eten toch altijd op de grond terecht komt, raakt gefrustreerd.

Geef een kind daarom een diep bord, of anders een zo groot mogelijk bord, zodat ze wat speelruimte hebben. Snijd het eten in hapklare stukjes. Stimuleer ze om zowel een lepel als een vork te gebruiken. Een vierjarige kan een (niet te scherp) mes leren hanteren.

5. Schep niet te veel tegelijk op
Het is belangrijk dat een kind plezier heeft – en houdt – in eten. Schep dus niet te veel tegelijk op. Zo ziet het kind niet op tegen een onnemelijke berg eten en kan hij misschien zelfs eens om een extra portie vragen. Dat lokt bij de ouders weer een leuke reactie uit ("Joh, wat fijn dat je het zo lekker vindt") en dat komt de sfeer ten goede.

6. Leer een kind te proeven
De smaak van een kind is in ontwikkeling. Een maal geen sperciebonen, wil niet zeggen dat het kind de volgende keer ook geen sperciebonen wil eten.

Doe elke keer of je van niets weet en bied alles aan wat u zelf ook eet (mits niet te scherp, want dat kan pijn doen).

Leer een kind dat het iets wat het echt niet lekker vindt ook niet volledig hoeft op te eten. Maar dat er wél altijd iets geproefd moet worden van alles wat er op tafel komt. Eén hapje. Dat kan verrassende momenten opleveren: "Mmm, veldsla vind ik héél erg lekker mam!"

7. Gebruik eten nooit als straf of beloning
Vroeger haalden ouders afschuwelijke dingen uit om een kind te laten eten. Neusjes werden dichtgeknepen zodat de lepel eindelijk naar binnen kon. En sommige kinderen werden vastgebonden aan de kinderstoel, net zolang totdat het bord leeg was.

De kans is groot dat deze kinderen een ongezonde relatie hebben ontwikkeld met voedsel.

Om dat te voorkomen is het belangrijk om een kind niet te dwingen iets te eten wat hij of zij echt niet wil. Het 'voor-straf-geen-toetje' is niet zo'n goed idee. Het belonen met een toetje evenmin, trouwens. In beide gevallen kan er een ongezonde relatie met eten ontstaan, waarbij het ontwikkelen van eetstoornissen op latere leeftijd, zoals boulemie, niet denkbeeldig is.

8. Neem de tijd voor maaltijden
Probeer zo veel mogelijk van de maaltijd een 'tijd met z'n allen' te maken; vooral de avond-maaltijd. Het ontbijt is meestal haastig, en tijdens de lunch is niet iedereen aanwezig.

Het avond-eten is bij uitstek geschikt om aandacht te hebben. Niet alleen voor het eten zelf, maar ook voor elkaar.

Na een enerverende werkdag hebben de ouders elkaar soms veel te vertellen, maar het is belangrijk om dat uit te stellen. Neem de tijd en probeer de kinderen zoveel mogelijk te betrekken in de tafel-gesprekken. Zo leert een kind dat samen eten prettig is, en meer is dan voedsel tot je nemen.

9. Eet niet te laat en zoek naar regelmaat
De meeste kinderen hebben om zes uur gewoon honger: hun lijf vraagt om een nieuwe stoot energie en als ze die niet krijgen, worden ze hangerig, huilerig of ronduit vervelend.

Probeer dit moment voor te zijn, door op tijd aan tafel te gaan. Eet zoveel mogelijk elke dag op dezelfde tijd.

Als u de maaltijd toch moet uitstellen, geef de kinderen dan vooraf iets anders te eten. Een kind dat honger heeft, moet gevoed worden. Bedenk ook dat een kind dat te laat eet, later inslaapt en vaak onrustiger slaapt.

10. Als niets werkt...
Als de kinderen niet willen eten, niet op hun billen blijven zitten, of gewoon zitten te klieren, voer dan het klassieke spelletje in. Bij ons is dat: 'De-vieze-man-in-het-restaurant'.

Het gaat zo: iedereen mag om de beurt vertellen wat de vieze man in het restaurant uithaalt. Hij overtreedt alle regels van goed fatsoen en goede manieren. Hij boert, laat winden, trekt zijn schoenen uit, eet met zijn handen... Altijd prijs en bovendien leerzaam.

zondag 20 januari 2008

Traktaties


Ik vind dat kinderen veel slechte dingen als traktaties krijgen of weggeven of juist te veel geven of krijgen.Natuurlijk zijn er veel dingen slecht.Zoals snoep en vette dingen, maar hoeveel snoep of dergelijken geef je een kind.Traktaties zijn al gauw snoep en vaak te veel.

Wat zouden jullie nou als tip geven aan de ouders om als gezonde trakties te doen als een kind b.v jarig is.En hoeveel geef je nou een kind als die een traktatie krijgt.

Piramide-methode

Piramide-methode

Peuters en kleuters de kans geven om zich optimaal te ontwikkelen. Daar draait het om in de educatieve Piramide-methode. Piramide biedt kinderen een sterke pedagogische basis en een krachtige leeromgeving. De methode start op de peuterspeelzaal of in het kinderdagverblijf en loopt door tot en met de groepen 1, 2 en 3 van de basisschool. Piramide is ontwikkeld door dr. Jef J. van Kuyk in opdracht van Cito.

Spelen en leren

In een veilige omgeving daagt Piramide kinderen uit om te spelen en te leren. Al spelend en lerend verkennen de kinderen een thema en krijgen ze grip op de wereld om hen heen. Zo wordt een stevige basis gelegd waarvan de kinderen de vruchten plukken in het vervolgonderwijs.

Doelgroep

Piramide is bedoeld voor kinderen van drie tot zeven jaar. Het programma beschikt over een rijk taalaanbod, waarin de Taallijn VVE verweven is. Voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, is een tutorprogramma beschikbaar. Het programma is daarom ook uitermate geschikt voor kinderen in achterstandssituaties.

De Piramide-methode


Veilig vervoer

C. wil net zoals mij worden.

De moeder van C. kwam laatst bij mij en zei dat C. het thuis veel over mij had en dat ze ook had gezegd dat ze later net zo wou worden als ik.Ik vond het leuk om te horen want dan maak ik wel indruk op C. Terwijl ik niet meer met haar omga dan de andere kinderen.

Ook had ik haar een keer gezien bij een wedstrijd wat ik reed met mijn paard en C. was daar ook.Toen ze mij daar had gezien vertelde ze tegen veel mensen dat haar juffrouw paard rijd en dat ze dat ook wou gaan doen als ze oud genoeg was.

Ik vond het allemaal erg grappig en leuk om te horen.Ik had nog nooit mee gemaakt dat ik zoveel indruk op een kind kan maken en dat een kind dat dan zegt.
Ik wist wel dat wij als voorbeeldfuncties worden gezien, maar had het zelf nog niet echt letterlijk gehoord van een kind.En dat was een leuke belevenis.

D voor het laatst


D was vandaag voor het laatst want hij ging naar de basischool.Dit vond hij helemaal gewelldig want dan was hij een grote jongen.

In de kring mocht hij in de gouden stoel zitten en werden er liedjes gezongen.Ook kreeg hij een kaart met de namen van de kinderen en leidsters erop en mocht hij een cadeautje uit zoeken.Hij pakte gelijk het voetballetje die licht gaf.Hierna ging hij trakteren en gaf hij de kinderen een zakje snoep.De leidsters kregen een cocolade reep met een brief van hem die hij had ingekleurd.Die brief vond ik erg leuk en bijzonder wat er op stond.Ik kende hem nog maar kort en hij wou perse hebben dat ik ook z'n brief kreeg.En dat vond ik wel lief van hem.

Mijn verjaardag


3 november werd ik 19 jaar en hield ik mijn verjaardag op de psz.
De leidsters zeiden tegen mij dat ik iets in de keuken moest gaan doen omdat ze met de kinderen iets voor mij wouden maken wat ik niet mocht zien.

In de keuken had ik het fruit en drinken klaar gemaakt.De kinderen waren toen druk aan de gang om iets voor mij te maken.De leidsters zeiden tegen de kinderen dat ze niet mochten zeggen wat ze voor mij gingen maken omdat het een verassing was.En dat ik het pas in de kring mocht zien.

Toen de kinderen klaar waren, mocht ik weer naar binnen.T kwam gelijk bij mij en zei dat hij een mooie tekening voor mij had gemaakt en dat ik dat niet mocht weten omdat het een verassing was.Ik moest hier erg om lachen.

In de kring gingen we eten en drinken en daarna mijn verjaardag vieren.De werden allerlei verjaardagsliedjes gezongen en daarbij kreeg ik een bloemenbrosje op gespeld.Ik had de kinderen spekjes gegeven en dat vonden ze wel lekker.
Van de kinderen kreeg ik een soort boekje met allerlei tekeningen van de kinderen die ze zelf hadden gemaakt.Dit vond ik erg leuk om te krijgen en dat ik daarbij wist hoe druk ze hiermee waren.Hierna hebben we nog gedanst en het was een gezellige midag.

Lampionnen optocht


Begin november heeft de buurt waar mijn stage plek is een lampionnen optocht gehouden.De psz Iene Miene Mutte, basisschool de Kubus, Psz het Kwakertje en de buurt hebben hier aan mee gedaan.

De week ervoor waren alle kinderen druk bezig om een lampion te maken en ze waren erg mooi geworden.In de optocht zag je ook allerlei verschilende lampionnen die allemaal een lichtje erin hadden.

De kinderen zelf waren best zenuwachtig omdat ze savonds in het donker mochten lopen met een grote band.Ze lieten ook trots hun lampion zien.

De optocht zelf was erg leuk, vooraan liep er een band en de buurt, peuterspeelzalen en school liepen daarachter.Je zag overal lichtjes en lampionnen en dat zag er erg mooi uit, ook omdat het al donker was.Het was ook gezellig om zo met de kinderen mee te lopen en met de ouders/verzorgers.Zo leer je ze beter kennen en je kon zo ook een leuk praatje met ze maken.

Aan het eind kwamen we bij een buurthuis en daar hebben we met de ouders en kinderen wat gedronken.Ook dit was gezellig omdat je de ouders dan van een andere kant ziet en gezellig met z'n allen kunt kletsen.
Ik heb het zelf een hele leuke ervaring gevonden, omdat ik nog nooit met een lapionnenoptocht heb mee gelopen.En ik vond het erg leuk en gezellig.

zaterdag 19 januari 2008

Bang om vies te worden

Bij mij op stage zit een kind die bang is om vies te worden.
Hij durft niets meer te pakken met zijn handen waarbij hij vies kan worden denk hierbij aan kleien/verven/fruit pakken.

We hebben dit al tegen de ouders gezegt en ze doen hier eigenlijk weinig aan, ze vinden dat het thuis allemaal prima gaat met hem.
Op de peuterspeelzaal zie je dat het niet goed met hem gaat want hij hoeft maar iets te doen waarmee zijn handen vies worden en hij kan elk moment gaan huilen.

Al je hem dan probeerd een praatje te maken om hem te sussen, dan huilt hij alsnog en krijg je hem moeilijk stil.

Hoe zouden jullie hiermee omgaan?
En wat voor raad geef je aan mij?

Zindelijkheid

Zindelijkheid
Veel ouders vragen zich af wanneer hun kind zindelijk zal worden en hoe ze dit proces kunnen versnellen. Helaas, je kunt kinderen niet zindelijk maken: kinderen worden pas zindelijk wanneer zij dit zelf willen, kunnen en begrijpen. Dwing je kind niet om zindelijk te worden, dit werkt namelijk alleen maar averechts. Aanmoedigen kan natuurlijk wel. En heb geduld, wanneer een kind er aan toe is gaat het zindelijk worden haast vanzelf.

Wanneer is een kind er aan toe om zindelijk te worden?
Het kind moet lichamelijk in staat zijn om aan te voelen wanneer hij plassen of poepen moet. In eerste instantie zal je kind zich er wel bewust van zijn dat hij nu moet plassen of poepen maar kan dat nog niet van te voren aan zien komen. Pas later zal hij zich ook bewust worden van de aandrang en weten wat er aan de hand is vóór het gaat gebeuren. Als ouder merk je vaak dat je kind bezig is zijn luier vies te maken aan een bepaalde houding of een blik in zijn ogen.

Je kunt hem hier zelf opmerkzaam op maken door te vragen of hij aan het plassen is bijvoorbeeld.
Naast aanvoelen dat de aandrang er is, moet het kind ook voldoende controle over zijn sluitspier hebben. Om het op te kunnen houden als dat nodig is en om te laten gaan wanneer hij op het potje of op de wc zit. Meestal is dit zo rond het tweede jaar. Meisjes zijn over het algemeen wat eerder zindelijk dan jongens.

Begin je te vroeg of ben je te gespannen bezig met zindelijk maken van je kind dan kan dit leiden tot angst en onzekerheid. En zo wordt het alleen maar lastiger voor je kind om zindelijk te worden. Voorkom ook vooral dat het een machtstrijd wordt tussen jou en je kind, want dat ga jij verliezen: je kind kan zelf bepalen wanneer hij plast of poept, niet jij!

Stimuleren, aanmoedigen, belonen
Als je kind er lichamelijk aan toe is komt de volgende stap. Hij moet hij nu zelf de zin van potjes en op de wc plassen in gaan zien, en zelf graag afstand van die (vieze) luier willen doen. Heb je het idee dat je kind er lichamelijk klaar voor is probeer dan zijn belangstelling te wekken.

Zet een leuk potje binnen handbereik en maak duidelijk wat de bedoeling is. Bijvoorbeeld door hem erop te zetten als je denkt dat hij moet plassen/poepen, of door hem te laten kijken wat pappa en mamma doen op de grote wc.
Word niet boos als je kind niet op het potje gaat zitten, maar prijs hem als hij er wel op gaat zitten, met of zonder luier. Als er ook nog een keer een plas of een poepje in valt zal hij apetrots zijn.

Dwing je kind niet en houd er rekening mee dat er zeker de eerste tijd nog veel "ongelukjes" zullen gebeuren. Zeker als hij aan het spelen is zal hij niet altijd op tijd aan dat potje denken. En als het kind er de leeftijd voor heeft zal het zindelijk worden haast vanzelf gaan.
En moet je je kind nu belonen of niet?

Het beste is natuurlijk als je kind er zelf plezier in krijgt en op het potje plassen. Stel hem in ieder geval geen grote beloning in het verschiet (veel kleine kinderen begrijpen dat toch nog niet) maar prijs hem direct elke keer dat hij zelf aangeeft te moeten plassen of poepen of als hij het potje heeft gebruikt.
Je kunt, als je een beloning wilt geven, bijvoorbeeld een stickerkaart gebruiken.

Maak een plaat, hang deze op in het toilet, badkamer en spreek met je kind af dat hij een stickertje of een plaatje krijgt wanneer hij op de wc/potje heeft geplast. Wanneer er bijvoorbeeld 10 stickertjes zijn geplakt krijgt hij een klein cadeautje of iets wat hij leuk vindt om te doen.
Kortom, prijs je kind als het lukt. Maar... straf het vooral niet als het eens een keer niet goed gaat. Besteed er gewoonweg niet te veel aandacht aan en ruim de troep op. Volgende keer beter!
Praktisch
In plaats van een potje te gebruiken kun je je kind ook aanleren direct op de grote wc te plassen. Je kunt een stevig opstapje gebruiken als het toilet te hoog is. Sommige kinderen durven niet goed op een normaal toilet te zitten. Er zijn toiletbrilverkleiners te koop die je op je normale toiletbril kunt zetten. Het gat waar je kind op zit wordt hierdoor minder groot en dus minder eng.

Zindelijkheid in stapjes
Een kind wordt eerst overdag zindelijk voor plassen, pas later ook voor poepen. Er zijn heel wat kinderen die wel zonder luier kunnen maar als ze voelen dat ze moeten poepen toch nog om een luier vragen. Het kan ermee te maken hebben dat kinderen hun ontlasting zien als "deel van zichzelf" en bang zijn om dit kwijt te raken of het eng vinden de drol in een diep donker gat te laten vallen in plaats van in hun luier.

Pas als je kind overdag zindelijk is leert hij ook 's nachts zindelijk te zijn.
Ga niet opeens minder drinken geven omdat hij dan minder zal plassen. Zet hem wel vlak voor het slapen gaan nog even op de pot. Laat de luier 's nachts pas uit als je er vrij zeker van bent dat het bed niet nat zal worden. Het is namelijk wel erg vervelend voor een kindje om 's nachts in een koud en nat bed wakker te worden.

Om de schade voor het matras te beperken zijn er speciale hoeslakens te koop met een zachte bovenkant en een soort plastic waterafstotende laag aan de onderkant die voorkomen dat het al te erg doorlekt.

Terugval
Soms hebben kinderen die al wel zindelijk zijn een terugval en gaan opeens weer in hun broek plassen of willen weer een luier om. Dat kan een lichamelijke oorzaak hebben (een blaasontsteking). Maar heel vaak is de oorzaak ook spanning of stress, een ingrijpende gebeurtenis zoals de komst van een broertje of zusje, ziekte, spanningen in het gezin of op de creche. Probeer te achterhalen of je kind ergens bang voor is en bedenk hoe je verandering in de situatie kan brengen. Geef je kind op een positieve manier aandacht.
Besteed niet al te veel aandacht aan de zindelijkheid zelf. De zindelijkheid komt meestal vanzelf weer terug zonder dat je er teveel aandacht aan hebt besteed.

Bijna weg bij 'iene miene mutte'

In het begin vond ik mijn stageplek niet leuk, ik zat er ook heel erg tegenop om erna toe te gaan.
Want ik kon niet goed met mijn leidsters overweg omdat ik erg moest wennen aan de nieuwe situatie, en dat ik ook bij een peuterspeelzaal kwam.
Nu dat mijn stage er bijna op zit heb ik een hele leuke tijd gehad en kan ik ook goed met de leidsters overweg.
Ik denk ook wel dat ik ze erg zal missen en ik zal zeker zo af en toe even langskomen!

De afgelopen tijd heb ik zelfs nog leuke uitjes gedaan, nu mijn stage er bijna op zit vragen ze mij wanneer ik tijd heb om in de toekomst nog te helpen met zulke uitjes.
Ik vind het erg leuk dat ze mij dat vragen, dat betekend dus dat ik toch wel goed functioneer in het vak en dat ik nu ook goed met mijn leidsters overweg kan.
Ze zouden mij graag als collega willen hebben, heb ik gehoord van hun.

Noro virus

Bij mij op stage is het noro virus actief, er zijn inmiddels al 3 kinderen in het ziekenhuis terecht gekomen omdat de ouders er (waarschijnlijk) te soepel mee om zijn gegaan.
Want het lijkt op een normale buikgriepje.

Wij houden onze peuterspeelzaal nu erg goed in de gaten omdat er al meerdere kinderen zijn ziekgemeld hierover, en ik wou jullie zeggen dat jullie er ook goed rekening mee moeten houden!
Houd de kinderen daarom ook goed in de gaten en denk er niet te makkelijk of te min over.
Bespreek dit misschien ook even met je stageplek of geef het door aan anderen die met kinderen werken/omgaan.

Ik heb op mijn site bij het onderdeel bibliotheek hierover een bericht staan wat je rustig na kunt lezen.

Noro virus

1. Wat is het norovirus?
Norovirussen zijn zeer besmettelijke virussen die een ontsteking van het slijmvlies van het maagdarmkanaal veroorzaken. In de volksmond wordt dit vaak ‘buikgriep’ genoemd. Per jaar krijgen ongeveer 4,5 miljoen Nederlanders buikgriep waarvan ongeveer een half miljoen gevallen wordt veroorzaakt door het norovirus.

2. Wat zijn de ziekteverschijnselen van het norovirus?
Braken en diarree zijn het meest opvallend. Meestal beginnen deze klachten tussen de 1 à 3 dagen nadat iemand het virus binnen krijgt. Het braken is vaak heftig, en kan heel plotseling optreden. Deze vorm van braken wordt ook wel projectielbraken genoemd. Ook misselijkheid, koorts, hoofdpijn, buikpijn, en buikkramp komen voor. Er zijn ook mensen die geen klachten krijgen maar wel het virus uitscheiden en kunnen overdragen.

3. Hoe kun je het oplopen en hoe kun je anderen besmetten?
Norovirus is erg besmettelijk, het wordt overgedragen via de fecaal-orale route. Dat wil zeggen dat ontlasting en braaksel de besmettelijke virusdeeltjes bevatten en deze op de een of andere manier (meestal via de handen) in de mond terecht komen. Ook besmetting via de lucht als gevolg van braken is mogelijk. Al enkele dagen voor het ziek worden tot dagen erna kan het virus in de ontlasting zitten. Het norovirus wordt onder meer overgebracht via handen die na toiletbezoek niet of niet goed zijn gewassen. Als een besmette persoon voedsel klaarmaakt kan het virus ook in het eten terecht komen en zo weer nieuwe mensen besmetten. In Nederland is het voedsel zelf zelden een bron van het virus. In het buitenland komt dit vaker voor. Voorbeelden daarvan zijn besmette oesters of mosselen.

4. Wie kunnen ziek worden van het norovirus en wie lopen extra risico?
Voor zover bekend komt het norovirus alleen bij de mens voor. Bij jonge kinderen, ouderen en mensen met een verzwakte afweer kunnen de klachten ernstiger zijn en aanzienlijk langer duren.

5. Welke maatregelen kun je nemen om het norovirus te voorkomen?
Het is belangrijk dat iemand met diarree beseft dat hij of zij deze ziekte gemakkelijk kan overbrengen op anderen in de dagelijkse omgang of bij het klaarmaken van bijvoorbeeld een boterham. Daarom zijn de volgende voorzorgsmaatregelen in huishoudens met een zieke die diarree heeft belangrijk:- Laat de zieke tot drie dagen nadat men klachtenvrij is geen voedsel bereiden.- Voor alle gezinsleden: goed handen wassen na toiletgebruik, voor voedselbereiding,voor het eten, en na het schoonmaken bij en opruimen van braaksel en diarree.- Gebruik bij voorkeur papieren handdoekjes na het handenwassen, als dat niet kan verschoon dan dagelijks de handdoek.- Zorgen dat de zieken indien mogelijk een apart toilet gebruiken (bij voorkeur tot 3 dagen na het stoppen van de klachten).- Maak minimaal dagelijks het toilet schoon met een chlooroplossing (40 delen water op 1 deel chloor). Maak schoon in de juiste volgorde van schoon naar vies. Vergeet daarbij niet de deurklink, de lichtschakelaar, de kraan en de spoelknop van het toilet schoon te maken.- Was met braaksel of ontlasting bevuilde kleding of beddengoed in een niet te volle wasmachine op een zo hoog mogelijke temperatuur volgens een standaardwasprogramma te weten de kookwas van 90 graden of 2 x op 60 graden. Bij die laatste de was in de droger drogen en zo heet mogelijk strijken.

6. Is het norovirus te behandelen?
Er is geen geneesmiddel tegen deze vorm van buikgriep. De symptomen gaan in de meeste gevallen vanzelf over na één tot vier dagen.Het belangrijkste is dat de zieke voldoende vocht, suikers en zouten (ORS) binnen krijgt om uitdroging te voorkomen. Als de zieke het kan verdragen kunnen kleine hoeveelheden licht voedsel worden gegeten. Het is beter om alcohol en koolzuurhoudende dranken te vermijden.Bij twijfel over het herstel kan de huisarts worden geraadpleegd.

7. Kan iemand met het norovirus naar kindercentrum, school of werk?
Zieke personen die betrokken zijn bij voedselbereiding of patiëntenzorg wordt dringend aangeraden om niet te werken zolang er klachten zijn. Informeer de leidinggevende en de arbodienst en overleg over werk aanpassing of hervatting (48 tot 72 uur na het stoppen van de klachten).Kinderen met buikgriep voelen zich vaak te ziek om naar een kindercentrum of school te kunnen gaan. Wanneer er sprake is van diarree zonder dat een kind echt ziek is dan is wering niet nodig. Wel is dan de toilet- en handhygiëne extra belangrijk op de school of het kindercentrum. Informeer daarom de leiding van school of kindercentrum als een kind diarree heeft.

8. Wat doet de GGD?
De GGD kan bij een uitbraak van het norovirus worden ingeschakeld om onderzoek te doen naar de verwekker. Daarnaast zal de GGD adviseren over passende maatregelen om te voorkomen dat meer mensen besmet raken.

Piramide

Voordat ik met piramide begon leek mij dit zwaar en veel praktijk.
Nu ik er een tijdje mee aan de gang ben, vind ik het toch veel theorie en moeilijk eigenlijk helemaal niet.

Want je maakt je opdrachten en in de klas krijg je heel veel informatie mee waarvan je veel leert.
Ook heb ik enkele opdrachten van mijn piramide meegenomen naar mijn stage en ook uitgevoerd.
De kinderen vonden dit erg leuk en hebben dus ook goed meegedaan.

Ik vind het jammer dat niet alle leerlingen mee kunnen doen aan de piramide, want je kunt veel dingen leren van de piramide-lessen waarbij je veel gebruik kunt maken op je stage die ook erg nuttig zijn.

Hoe ga je ermee om wanneer er 1 kind telkens 'blijft plakken' ?

Op mijn stage is er een jongentje die erg gek met mij is, dit is natuurlijk leuk maar...
In het begin zette hij telkens zijn stoel naast die van mij in de kring, en nu is het al zo ver dat hij over achter mij aanloopt, niet meer met andere kinderen speelt.
Als ik een kind erop wijs dat iets niet mag en ik draai me om en hij doet het alsnog, dan gaat hij erop af om het nogmaals te zeggen.
In het begin vond ik dit wel grappig, maar het begint nu wel erg uit de hand te lopen.

Dit heb ik hem enkele keren al verteld dat hij gewoon met andere kindjes moet spelen en niet iedere keer dit moet blijven zeggen tegen andere kinderen.


Hoe zouden jullie hiermee omgaan?